• Wat begrijpen kinderen van het begrip “dood”?
  • Wat stellen ze zich hierbij voor?
  • Vanaf welke leeftijd beginnen kinderen te beseffen wat de dood is?

Wat is de dood: 4 kenmerken

Volledig beseffen wat de dood is, is de 4 kenmerken van de dood begrijpen:

  1. De dood is het einde van het leven.
    Alles wat je kan als je leeft, kan je niet meer als je dood bent: slapen, eten, kijken, praten, voelen, enz… 
  2. De dood is voor altijd.
    Iemand die dood is, komt nooit meer terug.
  3. De dood is voor iedereen.
    Iedereen die leeft, gaat ooit dood. Alles wat leeft, sterft vroeg of laat.
  4. De dood heeft een oorzaak.
    Een juist inzicht in deze oorzaak is belangrijk. Niemand gaat “gewoon” dood, er is altijd een oorzaak, of dit ziekte, een ongeval of ouderdom is. Doodgaan is daarentegen nooit een straf. 

Doorheen de ontwikkeling, zal een kind deze kenmerken één voor één leren kennen en begrijpen om tot een volledig besef van de dood te komen. Ontwikkelingsfasen zeggen echter niet alles. Sleutelfiguren uit de omgeving van het kind kunnen een stimulerende omgeving creëren, waarin het kind vragen kan stellen en bij te leren.


Begrip over de dood doorheen de ontwikkelingsfasen van een kind

Vanaf welke leeftijd een kind elk van deze kenmerken kan begrijpen, is sterk afhankelijk van het kind en de context waarin het kind leeft. Toch kunnen we enkele algemene uitspraken doen.

Baby’s en peuters (0-2 jaar)

Tot ongeveer 2 jaar kunnen de meeste baby’s en peuters nog niet zoveel begrijpen omdat hun taal nog niet sterk ontwikkeld is. Dood betekent vooral “afwezig” zijn. Toch is het nodig om hen dingen uit te leggen. Ze nemen immers alle veranderingen en emoties van hun omgeving op. Dus zeker bij een concrete verlieservaring, staat het uitleggen van wat er gebeurt gelijk aan geruststellen en aandacht hebben voor hun noden. Dit uitspreken geeft woorden aan hun eigen emoties.

Jonge kleuters (2-5 jaar)

Vanaf 2 jaar neemt de taalontwikkeling een hoge vlucht. Met de kennis van het woord “dood”, begint ook een eerste begrip ervan. De dood als het einde van het leven, kunnen kleuters goed begrijpen. Maar ze hebben het vooral moeilijk met het voor altijd van de dood. Dit vraagt om uitleg, telkens opnieuw.

Oudere kleuters (5-6 jaar)

Vanaf 5 jaar kunnen de meeste kinderen het voor altijd van de dood beter begrijpen. Vanuit dit besef ervaren ze niet alleen verdriet maar ook angst, bijvoorbeeld bij een concreet overlijden. Om met die angst te leren omgaan, hebben kinderen voldoende toelichting nodig, voornamelijk over de oorzaak van het overlijden. Zonder uitleg kan hun fantasie de angst doen toenemen. 


Sleutelfiguren

De belangrijkste personen voor kleuters zijn hun ouders, grootouders en kleuterleid(-st-)ers zijn. Als we willen dat kleuters met de dood leren omgaan en hun eventuele angsten overwinnen, moeten deze volwassenen zelf goed om kunnen met de dood. De angst van kleuters is dikwijls overgenomen van de volwassenen uit hun omgeving. 

Kinderen die opgroeien in een stimulerende omgeving, leren sneller en meer. Kinderen die reeds vroeg de ruimte krijgen om (hun) vragen stellen, zullen sneller een vollediger begrip van de dood hebben.

Kinderen moeten kunnen kiezen met wie ze over de dood praten. Dit lijkt vanzelfsprekend. Maar dat betekent ook dat je moet kunnen aanvaarden dat een kind het niet met jou over de dood wil hebben. 



Deel jouw ervaringen met deze pagina:

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s